1. Goede communicatieve vaardigheden: een goede gids moet in staat zijn om effectief met zijn groep te communiceren en hen op een gemakkelijk te begrijpen manier de informatie te geven die ze nodig hebben. 2. Deskundig: een goede gids moet goed geïnformeerd zijn over het gebied dat ze begeleiden en in staat zijn om eventuele vragen van hun groep te beantwoorden. 3. Persoonlijk: een goede gids moet persoonlijk en vriendelijk zijn. Ze moeten relaties met hun groep kunnen opbouwen, waardoor ze zich op hun gemak en op hun gemak voelen. 4. Aanpasbaar: een goede gids moet zijn reizen kunnen aanpassen aan de behoeften en interesses van zijn groep. 5. Professioneel: een goede reisleider moet professioneel zijn in zijn aanpak van het werk en een goed voorbeeld zijn voor zijn of haar groep.