De staat Israël gebruikt een kalender die zeven jaar achterloopt op de rest van de wereld. De Hebreeuwse kalender volgt een lunisolaire cyclus, die bestaat uit 12 maanmaanden van 29 of 30 dagen, met zeven keer per 19 jaar een extra maand. Dit betekent dat de Hebreeuwse kalender ongeveer zeven jaar achterloopt op de Gregoriaanse kalender, de meest gebruikte kalender ter wereld.