1. Kennis van de lokale geschiedenis en cultuur: Gidsen moeten een goed begrip hebben van de lokale geschiedenis en cultuur om een informatieve en interessante rondleiding te kunnen geven. 2. Communicatieve en interpersoonlijke vaardigheden: Reisleiders moeten effectief kunnen communiceren met zowel individuen als groepen. Zij moeten op een duidelijke en beknopte manier vragen kunnen beantwoorden, uitleg kunnen geven en aanwijzingen kunnen geven. 3. Kennis van lokale bezienswaardigheden en bezienswaardigheden: Gidsen moeten bekend zijn met de lokale bezienswaardigheden en bezienswaardigheden in de omgeving. Dit omvat bezienswaardigheden, musea, monumenten en andere bezienswaardigheden. 4. Veiligheid: Reisleiders moeten te allen tijde de veiligheid van het reisgezelschap waarborgen. Ze moeten op de hoogte zijn van de veiligheidsprocedures en bereid zijn om actie te ondernemen in geval van nood. 5. Planning en organisatorische vaardigheden: Reisleiders moeten de reis op een efficiënte en effectieve manier kunnen plannen en organiseren. Dit omvat het kiezen van de route, het plannen van stops en ervoor zorgen dat de groep op tijd en op schema is. 6. Flexibiliteit: Reisleiders moeten zich kunnen aanpassen aan veranderende situaties en de tour zo nodig aanpassen. Dit kan betrekking hebben op het voldoen aan speciale verzoeken, het wijzigen van de reisroute of het afhandelen van onverwachte gebeurtenissen.